[West-Sahara] EU parlement motie tegen Marokkaans migratie misbruik

fwillems op antenna.nl fwillems op antenna.nl
Do Jun 10 17:53:06 CEST 2021


Hetv Europess Parlement heeft een motie aangenomen waarin Marokko wordt 
veroordeeld wegens het misbruiken van kinderen en vluchtelingen.

https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/RC-9-2021-0349_NL.html


GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

over de schending van het VN-Verdrag voor de rechten van het kind en het 
inzetten van minderjarigen door de Marokkaanse autoriteiten in de 
migratiecrisis in Ceuta

A. overwegende dat de associatieovereenkomst van 2000 de rechtsgrondslag 
vormt voor de betrekkingen tussen de Europese Unie en het Koninkrijk 
Marokko; overwegende dat Marokko, als naaste buur, een bevoorrechte 
partner van de EU is in termen van politieke en economische 
samenwerking, evenals op het gebied van handel en technische en 
ontwikkelingssamenwerking, zoals blijkt uit de desbetreffende 
instrumenten, waaronder de meerjarige actieprogramma’s, het 
EU-noodtrustfonds voor Afrika, het Europees nabuurschapsinstrument en 
het programma Europa als wereldspeler, alsook uit de deelname van 
Marokko aan Erasmus+ en zijn geavanceerde status in het kader van het 
Europees nabuurschapsbeleid, die het in 2008 kreeg toegekend; 
overwegende dat Marokko de op twee na grootste begunstigde is van 
EU-financiering in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid;

B. overwegende dat de huidige crisis heeft geleid tot ongekende 
diplomatieke spanningen tussen Marokko enerzijds en Spanje en de EU 
anderzijds; overwegende dat dit onverdedigbare incident, ongeacht de 
redenen achter de in Ceuta ontstane situatie, niet te verenigen valt met 
de reeds lang bestaande samenwerking en de op vertrouwen gebaseerde 
betrekkingen tussen beide partijen, met name op het gebied van migratie; 
overwegende dat de betrekkingen moeten worden gewaarborgd en hersteld 
tot het niveau voorafgaand aan de crisis via goede 
nabuurschapsbetrekkingen, en in dienst moeten staan van het bevorderen 
van de wederzijds voordelige relatie door uitvoering te geven aan de 
nieuwe, onlangs gepubliceerde agenda voor het Middellandse Zeegebied, in 
het kader van een hernieuwd partnerschap met het zuidelijk nabuurschap, 
waarbij Marokko wordt verzocht zijn partnerschap met de EU op diverse 
gebieden te versterken;

C. overwegende dat vanaf 17 mei 2021 sprake is van een ongekende 
stijging van het aantal personen dat oversteekt naar Spaans grondgebied, 
waarbij zo’n 9000 mensen de autonome Spaanse stad Ceuta lopend of 
zwemmend zijn binnengekomen nadat de Marokkaanse politie de 
grenscontroles tijdelijk had versoepeld, de poorten van haar 
grensafsluiting had opengezet en niet optrad om een einde te maken aan 
de illegale binnenkomst; overwegende dat dankzij de humanitaire respons 
van de Spaanse veiligheidstroepen en strijdkrachten, ngo’s en de burgers 
van Ceuta een ware tragedie is voorkomen; overwegende dat de meeste 
illegaal overstekende migranten Marokkaanse onderdanen waren; 
overwegende dat een verplaatsing van zo’n groot aantal personen moeilijk 
als spontaan kan worden gezien; overwegende dat zich onder hen minstens 
1200 niet-begeleide minderjarigen bevonden, en veel volledige gezinnen; 
overwegende dat sommige van de kinderen rechtstreeks van school kwamen 
en daarom geen papieren bij zich hadden op het moment van de oversteek;

D. overwegende dat de Marokkaanse autoriteiten op 1 juni 2021 hebben 
besloten de terugkeer van alle opgespoorde niet-begeleide Marokkaanse 
kinderen die irregulier in de Europese Unie verblijven, te 
vergemakkelijken; overwegende dat velen van hen volgens de 
Internationale Organisatie voor Migratie al zijn teruggekeerd via 
bijstand voor gezinshereniging en tracering; overwegende dat de Spaanse 
autoriteiten in Ceuta een hotline hebben opgezet om kinderen en 
niet-begeleide minderjarigen te herenigen met hun familie; overwegende 
echter dat een groot deel van de kinderen zich nog bevindt in Spaanse 
faciliteiten, zoals de loods van Tarajal en de migrantenopvangcentra van 
Pinier en Santa Amelia, onder voogdij van de autonome stad Ceuta, zodat 
hun identiteit, persoonlijke omstandigheden, kwetsbaarheden en risico op 
vervolging en onherstelbare schade kunnen worden vastgesteld; 
overwegende dat gezinnen hopeloos op zoek zijn naar hun vermiste 
kinderen; overwegende dat dit verdere risico’s met zich kan meebrengen 
voor de lichamelijke, geestelijke, morele, spirituele en sociale 
ontwikkeling van de kinderen, zoals vastgelegd in het VN-Verdrag inzake 
de rechten van het kind;

E. overwegende dat de meeste kinderen was wijsgemaakt dat er 
stervoetballers zouden spelen in een gratis wedstrijd in de stad Ceuta, 
en dat ze op schoolexcursie waren;

F. overwegende dat het belang van het kind voorop moet staan bij alle 
maatregelen en besluiten met betrekking tot niet-begeleide minderjarigen 
en hun lichamelijk en geestelijk welzijn; overwegende dat het daarom 
noodzakelijk is deze kinderen met medewerking van alle betrokken 
autoriteiten te erkennen en via behoorlijke en intensievere samenwerking 
hun ouders of naaste familieleden op te sporen en ze veilig terug te 
brengen naar hun familie zoals vereist op grond van het internationaal 
recht, aangezien zij hun familie niet opzettelijk hebben verlaten; 
overwegende dat de Commissie in de EU-strategie voor de rechten van het 
kind heeft aanbevolen dat de lidstaten hun voogdijstelsels voor 
niet-begeleide minderjarigen versterken, met name door deel te nemen aan 
de activiteiten van het Europees netwerk van voogdijinstellingen; 
overwegende dat gastlanden in het kader van het VN-Verdrag inzake de 
rechten van het kind alle rechten van migrantenkinderen moeten 
waarborgen, ook met betrekking tot grenscontroles en terugkeer;

G. overwegende dat Marokko het conflict heeft uitgelokt naar aanleiding 
van een politieke en diplomatieke crisis die ontstond nadat de leider 
van het Polisario Front, Brahim Ghali, om humanitaire redenen in een 
Spaans ziekenhuis was opgenomen vanwege zijn gezondheidstoestand na 
besmetting met het COVID-19-virus; overwegende dat de leider van het 
Polisario Front op 2 juni 2021 in Algerije is aangekomen;

H. overwegende dat Marokko op 31 mei 2021 officiële verklaringen heeft 
doen uitgaan en daarin heeft benadrukt dat de bilaterale crisis geen 
verband houdt met het migratievraagstuk; overwegende dat de Marokkaanse 
minister van Buitenlandse Zaken in eerste instantie heeft erkend dat de 
verwelkoming van de leider van het Polisario Front in Spanje de oorzaak 
was van de crisis in verband met de massale toestroom van duizenden 
mensen, waaronder kinderen; overwegende dat de Marokkaanse autoriteiten 
in een andere, later afgelegde officiële verklaring hebben erkend dat de 
werkelijke reden het vermeend dubbelzinnige standpunt van Spanje ten 
aanzien van de Westelijke Sahara was;

I. overwegende dat de EU-leiders tijdens de buitengewone bijeenkomst van 
de Europese Raad van 24 en 25 mei 2021 opnieuw hun volledige steun aan 
Spanje hebben betuigd en hebben benadrukt dat Spaanse grenzen de 
buitengrenzen van de EU zijn; overwegende dat de situatie in Ceuta ook 
is besproken tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 18 mei 2021, waarna 
de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en 
veiligheidsbeleid (HV/VV) zich namens de EU heeft uitgesproken voor 
volledige solidariteit met en ondersteuning van Spanje; overwegende dat 
het internationaal recht en het beginsel van soevereiniteit, 
territoriale integriteit en onschendbaarheid van staatsgrenzen moeten 
worden geëerbiedigd;

J. overwegende dat de Raad de Commissie in 2000 een 
onderhandelingsmandaat heeft verleend voor het sluiten van een 
overnameovereenkomst met Marokko; overwegende dat er tot op heden geen 
overnameovereenkomst is afgerond en goedgekeurd;

K. overwegende dat de Marokkaanse autoriteiten de terugkeer moet 
faciliteren van de bijna 13 000 seizoenarbeiders die in Zuid-Spanje zijn 
gestrand en de komende weken zouden moeten terugkeren;

1. verwerpt het feit dat Marokko gebruikmaakt van grenscontroles en 
migratie, en met name van niet-begeleide minderjarigen, als middel om 
politieke druk uit te oefenen op een lidstaat van de EU; betreurt met 
name het feit dat kinderen, niet-begeleide minderjarigen en gezinnen 
hebben deelgenomen aan de massale overschrijding van de grens tussen 
Marokko en de Spaanse stad Ceuta, waarmee zij duidelijk hun leven en 
veiligheid in gevaar hebben gebracht; betreurt het feit dat de politieke 
en diplomatieke crisis verergert en benadrukt dat deze crisis noch de 
strategische, multidimensionale en bevoorrechte nabuurschapsbetrekkingen 
tussen het Koninkrijk Marokko en de Europese Unie en haar lidstaten mag 
ondermijnen, noch de langdurige, op vertrouwen gebaseerde samenwerking 
op het gebied van terrorismebestrijding, mensen- en drugssmokkel, 
migratie en handelsbeleid; is van mening dat bilaterale geschillen 
tussen nauw samenwerkende partners moeten worden aangepakt door middel 
van een diplomatieke dialoog; roept op tot het afbouwen van de recente 
spanningen en tot terugkeer naar een constructief en betrouwbaar 
partnerschap tussen de EU en Marokko; spreekt nogmaals zijn steun uit 
voor verdere voortgang van deze betrekkingen op basis van wederzijds 
vertrouwen en respect; roept Marokko in dit verband nadrukkelijk op om 
vast te houden aan zijn reeds lang bestaande toezeggingen tot 
uitgebreidere samenwerking op het gebied van grensbeheer en 
migratiemobiliteit in een geest van samenwerking en dialoog; 
onderstreept tevens hoe belangrijk het is het partnerschap tussen de EU 
en Marokko te versterken, waarin op evenwichtige wijze en op voet van 
gelijkheid rekening wordt gehouden met de behoeften van beide partners;

2. is ingenomen met de maatregel van de Marokkaanse autoriteiten van 1 
juni 2021 ter vergemakkelijking van de terugkeer van alle opgespoorde 
niet-begeleide kinderen die zich irregulier ophouden op het grondgebied 
van de Europese Unie; verzoekt Spanje en Marokko nauw samen te werken om 
de repatriëring van kinderen naar hun familie mogelijk te maken, waarbij 
het belang van het kind leidend moet zijn, alsmede het nationaal en 
internationaal recht, met name het VN-Verdrag inzake de rechten van het 
kind, dat Marokko in 1990 heeft ondertekend en sindsdien tweemaal (in 
juni en juli 1993) geratificeerd, alsook de betreffende overeenkomsten 
tussen de EU en haar lidstaten en Marokko, met name de overeenkomst 
tussen het Koninkrijk Spanje en het Koninkrijk Marokko inzake 
samenwerking op het gebied van preventie van illegale migratie van 
niet-begeleide minderjarigen, hun bescherming en hun gecoördineerde 
terugkeer; herinnert eraan dat het beginsel van de eenheid van het gezin 
en het recht op gezinshereniging altijd moeten worden gewaarborgd; 
onderstreept dat nauwe samenwerking op het gebied van migratieproblemen 
in het wederzijdse belang van de EU en Marokko is; verzoekt het 
Koninkrijk Marokko zijn toezeggingen effectief na te komen, aangezien 
het van cruciaal belang is toe te zien op de veilige terugkeer van 
kinderen naar hun familie en daarbij hun rechten uit hoofde van het 
internationaal recht te waarborgen;

3. herinnert eraan dat Ceuta een EU-buitengrens is waarvan de 
bescherming en veiligheid de volledige Europese Unie betreft; is 
verheugd over de snelle reactie van het Europees Grens- en 
kustwachtagentschap, waarbij het agentschap middelen ter beschikking 
heeft gesteld om de Spaanse regering te helpen het hoofd te bieden aan 
de migratieproblemen die als gevolg van deze crisis zijn ontstaan; 
verzoekt de Commissie noodfinanciering te verstrekken om de situatie in 
Ceuta aan te pakken, met inbegrip van financiering van aanvullende 
opvangcapaciteit voor niet-begeleide kinderen;

4. betuigt zijn volledige solidariteit met de burgers van Ceuta en 
prijst de efficiënte en professionele reactie van de Spaanse 
veiligheidsinstanties en het leger in de autonome stad, alsook van de 
ngo’s en burgers van Ceuta bij het omgaan met de crisis en het redden 
van vele mensenlevens; is ingenomen met de bescherming die de Spaanse 
autoriteiten aan niet-begeleide kinderen bieden overeenkomstig het 
EU-recht en het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind;

5. bekrachtigt het geconsolideerde standpunt van de EU inzake de 
Westelijke Sahara, dat berust op de volledige eerbiediging van het 
internationaal recht in overeenstemming met de resoluties van de 
VN-veiligheidsraad en het door de VN geleide politieke proces met het 
oog op het vinden van een rechtvaardige, bestendige, vreedzame en 
wederzijds aanvaardbare onderhandelingsoplossing door beide partijen;

6. herinnert aan de onschendbaarheid van de nationale grenzen van 
EU-lidstaten en aan de volledige en niet-onderhandelbare eerbiediging 
van de territoriale integriteit van EU-lidstaten als grondbeginsel van 
het internationaal recht en als beginsel van Europese solidariteit; 
herinnert eraan dat het ondermijnen van de territoriale soevereiniteit 
van de lidstaten niet kan worden getolereerd;

7. verzoekt de Commissie en het Koninkrijk Marokko samen te werken en zo 
spoedig mogelijk een formele overnameovereenkomst tussen de EU en 
Marokko te sluiten met de noodzakelijke juridische waarborgen; is ervan 
overtuigd dat de toekomstige samenwerking van de EU met de landen aan de 
zuidkust van de Middellandse Zee gebaseerd moet zijn op de 
langetermijndoelstelling om de diepere oorzaken van irreguliere migratie 
aan te pakken door versterking van de economische ontwikkeling, 
investeringen en het scheppen van nieuwe banen, en bevordering van goed 
onderwijs voor alle kinderen in de regio;

8. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, 
de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger 
van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen 
en parlementen van de lidstaten, en de regering en het parlement van 
Marokko.




Meer informatie over de West-Sahara maillijst