[West-Sahara] besluit WOB verzoek import

[fwillems op antenna.nl]

Besluit Wob-verzoek naar informatie over de import uit de Westelijke
Sahara en Marokko

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2018/01/30/besluit-wob-verzoek-naar-informatie-over-de-import-uit-de-westelijke-sahara-en-marokko


 ----

Bij het ministerie van Financiën is een Wob-verzoek binnengekomen naar
naar informatie over de import uit de Westelijke Sahara en Marokko. In
het besluit is een passage over het EU-Marokko Associatieakkoord (1996)
in relatie tot de Westelijke Sahara openbaar gemaakt.


Datum 30 januari 2018
Betreft Wob-besluit mbt. import Westelijke Sahara
Ons kenmerk 2018-0000011348
Uw brief 8 december 2017

Geachte

Op 3 januari 2018 ontving ik uw verzoek in het kader van de Wet
openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) naar informatie over de import
uit de Westelijke Sahara en Marokko.

Wettelijk kader
Uitgangspunt van de Wob is dat er, in het belang van een goede en
democratische bestuursvoering, voor degene die om informatie verzoekt
een recht op openbaarmaking van de informatie bestaat. Volgens artikel 3
van de Wob ziet de openbaarmaking op gegevens die zijn vastgelegd in
documenten, voor zover deze nog niet openbaar zijn.

Inhoud van uw verzoek
U geeft aan de volgende informatie te willen ontvangen:

1. Over de periode van 1januari 2012 tot 31 december 2016, vraagt u alle
documenten, ongeacht hun drager, bij of onder het Ministerie van
Financiën, waaronder:
• Certificaten van Oorsprong (CvO)
• Vrachtbrieven
• Leveranciersverklaringen voor goederen van niet preferentiële oorsprong
• Oorsprongsverklaringen
met vastleggingen van de Nederlandse import en transito van producten
afkomstig uit de Westelijke Sahara, al dan niet geladen in de havens van
Laayoun/AI Ayoun of Dakhla.

2. Over dezelfde periode vraagt u dezelfde soort documenten met
vastleggingen van de Nederlandse import en transito van producten,
waaronder vis, zout, groenten, fruit en fosfaat, afkomstig uit de Marokko.

3. Over de periode van 1 oktober 2012 tot en met 30 september 2017
vraagt u alle documenten, ongeacht hun drager, bij of onder het
Ministerie van Financiën, waaronder adviezen en beleidsinstructies aan
en communicatie met het Nederlandse bedrijfsleven, over zaken doen in de
Westelijke Sahara, ook wel aangeduid als het gebied ten zuiden van de
25e breedtegraad in Marokko.

4. Over de periode van 1 oktober 2012 tot en met 30 september 2017,
vraagt u alle documenten, ongeacht hun drager, bij of onder het
ministerie van Financiën, waaronder beleidsadviezen en de documenten
onderliggend aan de beleidsvorming van Nederland op nationaal niveau en
in EU-verband - handelend over etikettering en certificering van
producten afkomstig uit de Westelijke Sahara, over de voorwaarde dat de
opbrengsten van de bedrijfsactiviteiten in de Westelijke Sahara ten
goede komen aan de oorspronkelijke Sahrawi-bevolking, over het
belastingtarief voor producten afkomstig uit de Westelijke Sahara en,
tot slot, over de toepasselijkheid van handel -en associatieverdragen
tussen de EU en Marokko op de Westelijke Sahara.

5. Over de periode van 1 januari 2013 tot heden vraagt u alle
documenten, ongeacht hun drager, bij of onder het Ministerie van
Financiën, waaronder notulen, rapporten, sonderingsdocumenten, brieven
en verslagen van handelsmissies, waarin Office Cherifien des Phosphates
(OCP), de Nederlandse Zoutbank, Westelijke Sahara, Dakhla of Laayoun/AI
Ayoun genoemd worden.

Beoordeling van uw verzoek
Ad 1 en 2
De door u gevraagde gegevens vallen onder het beroepsgeheim van artikel
12 van de Verordening 952/2013 van het Europees parlement en de Raad van
9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie. Uit
deze unierechtelijke geheimhoudingsbepaling volgt direct de plicht om
feiten en gegevens van derden geheim te houden, die de
douaneautoriteiten bij de uitoefening van hun taken te weten zijn
gekomen en vertrouwelijk van aard zijn dan wel als vertrouwelijk zijn
verstrekt. Dat is bij de gegevens die u vraagt het geval.
Subsidiair merk ik op dat de gegevens niet zonder meer voorhanden zijn.
De selectie die u vraagt is niet aanwezig in het centrale bestand van de
Douane en is ook niet met een querie op te leveren. De door u gevraagde
selectie kan alleen worden samengesteld door per dossier te onderzoeken
uit achterliggende bescheiden of deze aan de selectie zoals genoemd in
vraag 1 of vraag 2 voldoet.
Naast het feit dat de geheimhoudingsplicht van toepassing is, verplicht
de Wob mij niet tot een dergelijk dossieronderzoek om deze verzameling
gegevens samen te stellen.
Deze gegevens komen dan ook niet voor openbaarmaking in aanmerking.

Ad 3 en 5
Bij het ministerie van Financiën zijn hierover geen documenten
beschikbaar. Deze vragen zijn doorgezonden aan het ministerie van
Buitenlandse Zaken.

Ad 4
Deze vraag is eveneens doorgezonden aan het ministerie van Buitenlandse
zaken, maar bij het ministerie van Financiën zijn eveneens gegevens
aanwezig.
Er is naar aanleiding van het arrest C-104/16 P over de Westelijke
Sahara door de Europese Commissie een document opgesteld waarin de
gevolgen van dit arrest voor de Douane zijn beschreven. Dit document
komt niet voor openbaarmaking in aanmerking, omdat openbaarmaking de
internationale betrekkingen met de Europese Commissie zal schaden en
omdat onderdelen daarvan betrekking hebben op de controlestrategie van
de Europese Douaneorganisaties. Deze weigering is enerzijds gebaseerd op
artikel 10, tweede lid, onder a, van de Wob, te weten het belang van de
internationale betrekkingen, in dit geval met de Europese Commissie.
Anderzijds is deze weigering gebaseerd op de belangen zoals
genoemd in artikel 10, tweede lid, onder d, van de Wob, te weten
belangen van controle en toezicht door bestuursorganen.

Op basis van dit document heeft de Douane een controleopdracht
vervaardigd. Deze controleopdracht is in zijn geheel controlestrategisch
van aard, omdat daaruit exact kan worden afgeleid welke controle de
Douane doet en hoe deze wordt uitgevoerd. Deze controleopdracht wordt in
zijn geheel geweigerd op grond van artikel 10, tweede lid, onder d, van
de Wob.

Tot slot is er een document naar aanleiding van een vraag van een derde
waarin deze kwestie aan de orde komt. De passages die hierover gaan
komen voor openbaarmaking in aanmerking:

Vraag: Voorziet de tekst van de door tussen Marokko en de EU gesloten
handelsakkoorden en de wet- en regelgeving van de Europese Unie in een
clausule over erkend Marokkaans grondgebied?

Antwoord: De tekst van het EU-Marokko Associatleakkoord (1996) voorziet
niet in een dergelijke clausule. Het EU Marokko Associatieakkoord [en
het landbouwprotocol) heeft betrekking op het grondgebied van Marokko en
bevat geen rechtstreekse verwijzing naar de Westelijke Sahara, maar
sluit toepassing op de Westelijke Sahara in de praktijk niet uit. Ten
aanzien van niet-zichzelf besturende gebieden hanteren de Europese
Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie voor
buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid het uitgangspunt dat economische
activiteiten rechtmatig zijn, zolang deze de behoeften, belangen en
voordelen ervan voor de bevolking niet veron[t]achtzamen. Daarbij geldt
dat economische activiteiten in de Westelijke Sahara niet in strijd zijn
met het internationaal recht, op voorwaarde dat de opbrengsten ten goede
komen aan de oorspronkelijke bevolking van het gebied. De rechtmatigheid
hangt af van de wijze waarop die internationaalrechtelijke
verplichting door Marokko, dat feitelijk gezag uitoefent in de
Westelijke Sahara, wordt geïmplementeerd. Zie in dit verband ook de
beantwoording van de Kamervragen 2015.23277 die ik u heb gezonden bij
mijn bericht van 26 maart ji..

Voor het overige zijn er geen documenten voorhanden die betrekking
hebben op dit onderdeel van uw verzoek.

Besluit
Ik wijs uw verzoek gedeeltelijk toe.1

Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Financiën,
namens deze,
mr. J. de Blieck,
lid van het managementteam Belastingdienst

1
Deze brief is een besluit In de zin van de Awb. Op grond van die wet
kunt u tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit besluit
Is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet
worden gericht aan de Staatssecretaris van Financiën, kamer XV 2.52,
postbus 20201, 2500 EE Den Haag. Het moet worden ondertekend en ten
minste het volgende bevatten:
naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het
besluit waartegen het bezwaar zich richt en een opgave van de redenen
waarom u zich niet met het besluit kunt verenigen.