[West-Sahara] Nieuwsbericht ministerie Buitenlandse Zaken

fwillems op antenna.nl fwillems op antenna.nl
Za Jan 13 13:00:22 CET 2018


bron:
http://www.minbuza.nl/ecer/nieuws/2018/01/ag-visserijovereenkomst-eu--marokko-mensenrechten-en-internationaal-recht%E2%80%99.html


Advies AG: ‘Visserijovereenkomst EU- Marokko in strijd met de
verplichting om de mensenrechten en internationaal recht in extern
optreden Unie te respecteren’

Nieuwsbericht | 12 januari 2018

De internationale visserijafspraken tussen de EU en Marokko zijn,
voorzover zij op het gebied van de Westelijke Sahara en de aangrenzende
wateren van toepassing zijn, in strijd met de verplichting van de Unie
om bij haar externe optreden mensenrechten te beschermen en het
internationaal recht te waarborgen. Dat is het advies van
advocaat-generaal Wathelet aan het EU-Hof in een Britse zaak, waarin
voor het eerst prejudiciële vragen worden gesteld over de geldigheid van
door de Unie gesloten internationale overeenkomsten en de handelingen
tot sluiting ervan.

Het gaat om de conclusie van advocaat-generaal (AG) Wathelet van 10
januari 2018 in de Britse zaak C-266/16 Western Sahara Campaign en The
Queen.

Dit verzoek om een prejudiciële beslissing gaat over de geldigheid van
de visserijovereenkomst tussen de EG en Marokko en het bijbehorende
protocol tussen de EU en Marokko, en de EU-besluiten over de sluiting
van deze verdragen en over de verdeling van de vangstmogelijkheden.
Hierna zullen deze regelingen samen ‘de bestreden handelingen’ worden
genoemd.

Feiten

Western Sahara Campaign UK (hierna: WSC) is een onafhankelijke
vrijwilligersorganisatie in het Verenigd Koninkrijk, die als doel heeft
de onafhankelijkheid van de Westelijke Sahara te steunen.

WSC is een zaak gestart bij de Britse rechter tegen de douane nadat
producten die afkomstig waren uit de Westelijke Sahara, als zijnde
producten van Marokkaanse oorsprong in het Verenigd Koninkrijk zijn
ingevoerd.

WSC stelt ten eerste dat de Unie geen overeenkomsten met Marokko mag
sluiten die van toepassing zijn op de Westelijke Sahara en de
aangrenzende wateren. Dit omdat de Westelijke Sahara en de aangrenzende
wateren volgens WSC niet onder Marokko vallen. Ten tweede stelt WSC dat,
zelfs als de Unie wel deze overeenkomsten zou mogen sluiten, de
bestreden handelingen inhoudelijk ongeldig zijn gelet op artikel 3, lid
5, EU-Verdrag en het internationaal recht. Daaruit volgt namelijk onder
andere dat de Unie - in haar optreden naar buiten toe – mensenrechten
moet beschermen en het internationaal recht dient te waarborgen.

Bevoegdheid EU-Hof

De Raad is van mening dat het EU-Hof niet bevoegd is om bij wijze van
prejudiciële beslissing uitspraak te doen over de geldigheid van de
bestreden handelingen. Volgens de Raad kan een overeenkomst die door de
Unie wordt gesloten, alleen voorafgaand aan de sluiting daarvan worden
getoetst op haar geldigheid.

De AG concludeert dat dit argument afgewezen moet worden. Het EU-Hof is
bevoegd om uitspraak te doen over de geldigheid van het besluit van de
Raad tot goedkeuring van de visserijovereenkomst en over de
verenigbaarheid van die overeenkomst met het EU-Verdrag en het
EU-Werkingsverdrag, en met de daaruit voortvloeiende constitutionele
beginselen.

Verenigbaarheid van de overeenkomst met internationale beginselen

De AG concludeert dat het recht op zelfbeschikking een mensenrecht is.
Verder stelt de AG dat het zelfbeschikkingsrecht van de bevolking van de
Westelijke Sahara niet is gerespecteerd. De bestreden handelingen, voor
zover van toepassing op het gebied van de Westelijke Sahara en de
aangrenzende wateren, zijn daarom onverenigbaar met de plicht van de
Unie om bij haar externe optreden de bescherming van de mensenrechten en
de strikte eerbiediging van het internationaal recht te verzekeren.

De AG concludeert verder dat Marokko volgens internationaal recht als
bezettende mogendheid van de Westelijke Sahara is aan te merken. Als
bezettende mogendheid mag Marokko volgens de AG onder bepaalde
voorwaarden internationale overeenkomsten sluiten die op de Westelijke
Sahara van toepassing zijn. De bezettende mogendheid mag internationale
overeenkomsten sluiten om het openbaar leven en het geregeld bestuur van
het bezette gebied te verzekeren. Het is belangrijk dat de bezettende
mogendheid de internationale overeenkomst duidelijk in zijn hoedanigheid
van bezettende mogendheid sluit. De bestreden handelingen voldoen hier
niet aan; Marokko heeft de overeenkomsten gesloten op een manier waarop
het lijkt alsof de Westelijke Sahara tot Marokko behoort.

Vervolgens concludeert de AG dat deze exploitatie van de visserijzones
niet ten goede van de bevolking van de Westelijke Sahara komt. Het
merendeel (91,5%) van de exploitaties betreft vrijwel uitsluitend de
wateren van de Westelijke Sahara. De financiële tegenprestatie die de
Unie aan Marokko betaalt, zou dan ook eigenlijk alleen ten goede mogen
komen aan de bevolking van de Westelijke Sahara. Dit gebeurt niet.
Slechts 35% van de financiële tegenprestatie is bestemd voor de
Westelijke Sahara, waarbij er geen enkel bewijs is dat dit bedrag
daadwerkelijk ten bate van de bevolking van de Westelijke Sahara wordt
gebruikt.

Hieruit volgt volgens de AG dat de bestreden handelingen - die op het
gebied van de Westelijke Sahara en de aangrenzende wateren van
toepassing zijn - in strijd zijn met de verplichting van de Unie om het
zelfbeschikkingsrecht van de bevolking van de Westelijke Sahara te
respecteren. Ook zijn de bestreden handelingen in strijd met de
verplichting van de Unie om deze onwettige situatie niet te erkennen en
om geen hulp of bijstand te verlenen aan de instandhouding van die
situatie. Bovendien zorgen de bestreden handelingen er niet voor dat de
exploitatie van de visserij in de wateren van de Westelijke Sahara aan
de bevolking van dit gebied ten goede komt.

De visserijovereenkomst en het protocol zijn daarom onverenigbaar met
het EU-recht en de EU-regelingen tot sluiting van de overeenkomst en het
protocol, en over de vangstmogelijkheden moeten ongeldig worden
verklaard, aldus de AG.

Opmerking: een conclusie van een AG is een advies aan het EU-Hof. Het
EU-Hof is volledig vrij daarvan af te wijken. Het is nog niet bekend
wanneer de uiteindelijke uitspraak van het EU-Hof zal verschijnen. Dit
zal zeker nog enkele maanden duren. De uitspraak van het EU-Hof zal wel
bindend zijn.



Meer informatie over de West-Sahara maillijst