[West-Sahara] BuZa: EU-verdragen met Marokko niet van toepassing op West-Sahara

fwillems op antenna.nl fwillems op antenna.nl
Do Jan 12 22:04:52 CET 2017


Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft op haar website een
verklaring gepubliceerd met de melding dat EU-verdragen met Marokko niet
van toepassing zijn op de Westelijke Sahara.

http://www.minbuza.nl/ecer/nieuws/2017/01/eu-verdragen-met-marokko-niet-van-toepassing-op-westelijke-sahara.html


Ministerie van Buitenlandse Zaken

Nieuwsbericht | 12 januari 2017

De associatieovereenkomst en de overeenkomst tussen de EU en Marokko
voor liberalisatie van landbouw- en visserijproducten zijn niet van
toepassing op de Westelijke Sahara. Dat heeft het EU-Hof geoordeeld in
een uitspraak in de hoger beroepszaak Raad tegen Polisario.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 21 december 2016 in de zaak
C-104/16 P Raad tegen Front Polisario.

De zaak betreft een hoger beroep van de Raad tegen de uitspraak van het
EU-Gerecht ( T-512/12) betreffende Besluit 2012/497/EU van de Raad tot
sluiting van de Overeenkomst tussen de EU en Marokko betreffende
liberaliseringsmaatregelen voor landbouw- en visserijproducten en tot
wijziging van de associatie-overeenkomst met Marokko (“de
liberaliseringsovereenkomst”).

Uitspraak van het EU-Gerecht

In zijn uitspraak d.d. 10 december 2015 heeft het Gerecht het
Raadbesluit tot sluiting van de liberaliseringsovereenkomst nietig
verklaard voor wat betreft de werking voor de Westelijke Sahara. Het
Gerecht was van oordeel dat de Associatie en
Liberaliseringsovereenkomsten van toepassing zijn op het grondgebied van
het Koninkrijk Marokko  en dat dit ook het gebied van de Westelijke
Sahara omvat. Vervolgens heeft het Gerecht geoordeeld dat Front
Polisario (gezien de door het Gerecht vastgestelde toepassingsbereik van
de akkoorden) geacht moest worden zowel rechtstreeks als individueel
door het Raadsbesluit te zijn geraakt en daarom ontvankelijk was in haar
beroep tot nietigverklaring van het Raadsbesluit. Ten slotte heeft het
Gerecht geoordeeld dat, hoewel de Raad op het gebied van de externe
betrekkingen een ruime beoordelingsvrijheid heeft, hij de verplichting
had om vooraf alle relevante gegevens van het geval te onderzoeken
wanneer hij voornemens is een overeenkomst goed te keuren die toepassing
kan vinden op “omstreden gebied” zoals de Westelijke Sahara en tot doel
heeft om de uitvoer naar de Unie van producten uit dat gebied te
vergemakkelijken. Het Gerecht was van mening dat de Raad onvoldoende oog
had gehad voor de belangen van de bewoners van de Westelijke Sahara. De
Raad had niet onderzocht of de exploitatie van producten uit de
Westelijke Sahara niet ten nadele plaatsvindt van de bevolking van het
betrokken gebied en geen inbreuk maakt op de grondrechten van de
betrokken personen. Daarmee had de Raad volgens het Gerecht niet voldaan
aan zijn verplichting om vooraf alle relevante gegevens van het geval te
onderzoeken.

De Raad was het echter niet eens met de uitspraak van het Gerecht en
heeft het EU-Hof verzocht om het arrest van het Gerecht te vernietigen.

Uitspraak van het EU-Hof

In zijn uitspraak stelt het EU-Hof dat het Gerecht de volkenrechtelijke
regels die op de betrekkingen tussen de Unie en het Koninkrijk Marokko
kunnen worden toegepast in aanmerking had moeten nemen. Het EU-Hof stelt
vast dat het begrip “grondgebied van het Koninkrijk Marokko” niet de
Westelijke Sahara omvat, gezien de status van de Westelijke Sahara als
“niet-zelf besturend gebied” onder het Handvest van de Verenigde Naties
en het recht op zelfbeschikking van volken. Indien het de bedoeling is
om een verdrag toe te passen op gebieden die niet onder de
soevereiniteit van een staat vallen, dan moet het verdrag daar volgens
het Hof expliciet in voorzien. Het Hof wijst er echter op dat een
verdrag geen rechten of verplichtingen in het leven roept voor derden
zonder hun toestemming. In dit geval kunnen de associatieovereenkomst en
de liberaliseringsovereenkomst niet van toepassing zijn op het gebied
van de Westelijke Sahara, zonder toestemming van het volk van de
Westelijke Sahara. Volgens het Hof blijkt niet dat het volk een
dergelijke toestemming heeft gegeven.

Voorts is het EU-Hof van mening dat het feit dat sommige bepalingen van
de akkoorden (het stelsel van tariefpreferenties) in een aantal gevallen
feitelijk ook zijn toegepast op producten afkomstig uit de Westelijke
Sahara niet betekent dat er overeenstemming was tussen partijen om de
reikwijdte van de overeenkomsten aan te passen. Het EU-Hof voegt hier
aan toe dat indien de EU wel die bedoeling zou hebben gehad, dit zou
betekenen dat de toepassing van de overeenkomsten strijdig zou zijn met
o.a. het recht op zelfbeschikking.

Het EU-Hof concludeert dat het Gerecht ten onrechte heeft geoordeeld dat
de liberaliseringsovereenkomst van toepassing is op het gebied van de
Westelijke Sahara. Het Hof vernietigt daarom de uitspraak van het
Gerecht en verklaart Front Polisario niet-ontvankelijk in de procedure.



Meer informatie over de West-Sahara maillijst