[West-Sahara] opmerkelijk antwoord minister visvraagstuk
fwillems op antenna.nl
fwillems op antenna.nl
Zo Feb 22 20:15:32 CET 2015
Beste mensen,
Hierbij het vertraagde maar opmerkelijke antwoord van minister
Koenders van Buitenlandse Zaken op vragen van SP kamerlid Harry van
Bommel over de rechtmatigheid van het vissen door een Nederlandse
schip voor de kust van West-Sahara. Commentaar wordt op prijs gesteld.
---------
Hierbij bied ik u, mede namens de staatssecretaris van Economische
Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het
lid Van Bommel (SP) over visserij voor de kust van de Westelijke
Sahara. Deze vragen werden ingezonden op 9 december 2014 met kenmerk
2014Z22599.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Bert Koenders
----
Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse
Zaken en de staatssecretaris van Economische Zaken over visserij voor
de kust van de Westelijke Sahara (ingezonden 9 december 2014)
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoord op een vraag over een onder Nederlandse
vlag varend schip dat voor de kust van de Westelijke Sahara vist?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Waarop is het uitgangspunt van onder andere de Europese Commissie
gebaseerd dat ten aanzien van niet-zichzelf besturende gebieden
economische activiteiten rechtmatig zijn, zolang deze de behoeften,
belangen en voordelen ervan voor de bevolking niet veronachtzamen? Is
dit ook uw standpunt? Is er een juridische opinie die dit standpunt
onderbouwt? Zo ja, kunt u die met de Kamer delen?
Antwoord
Zoals ook blijkt uit antwoorden op vragen van het Europees Parlement
is het uitgangspunt van de Europese Commissie gebaseerd op het
VN-standpunt waarin Marokko wordt beschouwd als de facto beherende
macht in het niet-zichzelf besturende gebied Westelijke Sahara. Ook
Nederland deelt het VN standpunt. Het VN standpunt wordt onderbouwd in
de opinie van de toenmalig Juridisch Adviseur van de VN in zijn brief
aan de President van de Veiligheidsraad van 12 februari 2002. De
opinie is openbaar en te raadplegen op http://www.arso.org/Olaeng.pdf.
Vraag 3
Is het waar dat dit uitgangspunt van de Europese Commissie afwijkt van
eerder ingenomen standpunten van het kabinet hierover? 2) Indien ja,
waarom is dit het geval?
Antwoord
Nee.
Vraag 4
Is het waar dat de in vraag 1 genoemde visserijactiviteiten alleen in
lijn met het internationaal recht kunnen zijn als de oorspronkelijke
bevolking via zijn vertegenwoordigers toestemming ervoor verleent?
Indien neen, waarom niet?
Antwoord
Nee, naar de huidige stand van het internationaal recht is geen
toestemming van vertegenwoordigers van de oorspronkelijke bevolking
vereist. Op basis van het internationaal recht zou de exploratie en
exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van een niet-zichzelf
besturend gebied, waaronder visserijactiviteiten, wel in overleg met
de vertegenwoordigers van de oorspronkelijke bevolking moeten
plaatsvinden. Nederland streeft ernaar dit element gezamenlijk met
andere EU-lidstaten in het onderhandelingsmandaat van de Europese
Commissie te krijgen. Zie ook de antwoorden op de Kamervragen van het
lid Van Bommel van 12 mei 2006 over de visserijverdragen tussen de
Europese Unie en Marokko, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2005-2006, nr 1575.
Vraag 5
Kunt u aangeven hoe de opbrengsten van de visserijactiviteiten van het
Nederlandse schip (en mogelijk andere EU-schepen) concreet ten goede
komen aan de oorspronkelijke bevolking van het gebied? Hoe worden de
hiermee samenhangende internationaalrechtelijke verplichtingen door
Marokko precies geďmplementeerd?
Antwoord
Nederland is van oordeel dat de opbrengsten van de visserij via de
EU-afdrachten ten behoeve van toegang tot onder meer de wateren van de
Westelijke Sahara, waar Marokko feitelijk gezag uitoefent, ook ten
goede moeten komen aan de oorspronkelijke bevolking van de Westelijke
Sahara.
Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 15 oktober 2014 (TK 21501-32, nr
753) zijn in het protocol alleen afspraken gemaakt over de EU-bijdrage
voor de ontwikkeling van de visserijsector. Over de besteding van de
financiële vergoeding voor toegang van de visserijvaartuigen van
EU-lidstaten zijn geen afspraken gemaakt. De sectorale steun bedraagt
? 14 miljoen per jaar. Marokko moet de uitgaven in het kader van de
ontvangen steun jaarlijks verantwoorden en hierbij ook de geografische
locatie aangeven, alsmede de te verwachte en gerealiseerde sociale en
economische impact.
In het Gemengd Comité dat in september jl. bijeenkwam in Rabat heeft
Marokko 31 projecten aangemeld op het gebied van infrastructuur,
training en onderzoek en daarbij onder meer aangegeven wat de
verwachte effecten zijn, zoals de impact op de lokale werkgelegenheid.
Van deze projecten zijn er 13 in de Westelijke Sahara en komen 12
projecten ten goede aan de visserijsector in de gehele regio. Het gaat
bij deze tweede groep van 12 projecten vooral om projecten op het
gebied van onderzoek en visserijcontrole. Marokko moet voor het
volgende Gemengd Comité rapporteren over de voortgang van de projecten
en aangeven in hoeverre de doelstellingen zijn gerealiseerd. Het
volgende Gemengd Comité vindt naar verwachting in september 2015 plaats.
1) Antwoord op vraag 5 in het Verslag houdende een lijst van vragen en
antwoorden over de vaststelling van de begrotingsstaten van het
Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2015 (Kamerstuk 34
000 V, nr. 10, 4 november 2014).
2) Aanhangsels Handelingen, vergaderjaar 2013-2014, nrs. 32 en 21.
Meer informatie over de West-Sahara
maillijst