[West-Sahara] Antwoorden Buitenlandse Zaken op vragen van Ten Broeke (VVD)

Frank Willems fwillems op antenna.nl
Wo Nov 27 09:18:43 CET 2013


Geachte voorzitter,
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door het lid Ten Broeke (VVD) aan de minister van Buitenlandse Zaken over
de VN-
vredesinspanningen voor de Westelijke Sahara (ingezonden 23 oktober 2013,
met kenmerk 2013Z20299).
De minister van Buitenlandse Zaken,
Frans Timmermans


Vraag 1
Hoe beoordeelt u de huidige mensenrechtensituatie in de Westelijke Sahara?
Hoe beoordeelt u in dit verband de inzet van respectievelijk de
Marokkaanse regering en het Polisario?

Antwoord 1
Het is niet eenvoudig om goed vast te stellen hoe de mensenrechtensituatie
in de Westelijke Sahara eruit ziet. Het gebied ligt geïsoleerd en
onafhankelijke waarnemers krijgen beperkt toegang tot het gebied. Volgens
de Secretaris Generaal van de VN (zie zijn rapport ter zake aan de VN
Veiligheidsraad van april dit jaar) hebben VN rapporteurs weliswaar
toegang tot het gebied, maar bezoeken zij de Westelijke Sahara alleen
periodiek en onderzoeken dan alleen specifieke deelgebieden van
mensenrechten (bv marteling). Zij zijn volgens de Secretaris Generaal
daardoor geen geschikt mechanisme voor continue monitoring of het
verkrijgen van een algemeen beeld van de mensenrechtensituatie.

Volgens internationale mensenrechtenorganisaties komen oneerlijke
processen, marteling, mishandeling, beperking van vrijheid van
meningsuiting en van bijeenkomsten voor. Daarnaast zou er sprake zijn van
intimidatie van lokale mensenrechtenactivisten en beperking van hun
bewegingsvrijheid. Veel van deze zaken zouden toe te schrijven zijn aan de
Marokkaanse autoriteiten, maar ook Polisario zou betrokken zijn bij
mensenrechtenschendingen.

Toezicht op mensenrechten maakt geen onderdeel uit van het mandaat van de
VN-missie voor de Westelijke Sahara (MINURSO) omdat daar tot nu toe geen
internationale consensus voor kon worden gevonden (zie tevens het antwoord
op vraag 3). Marokko is van mening dat de Marokkaanse Nationale
Mensenrechtenraad (CNDH) en de monitoring door VN rapporteurs voldoende
mogelijkheden bieden om mogelijke mensenrechtenschendingen aan te pakken.

Vraag 2
Hebben de Nederlandse regering of de EU reeds gereageerd op de hernieuwde
inspanningen van VN-gezant Christopher Ross om de impasse tussen Marokko
en het Polisario te doorbreken middels shuttle diplomacy? 1) Zo nee, hoe
beoordeelt u deze?

Antwoord 2
In oktober jl. legde VN-gezant Ross een bezoek af aan alle spelers in de
regio om de nieuwe shuttle diplomacy benadering toe te lichten. In deze
benadering zal Ross, in plaats van de tot nu toe gebruikelijke
gezamenlijke onderhandelingsbijeenkomsten, een serie van vertrouwelijke
gesprekken gaan voeren met partijen afzonderlijk. Deze gesprekken zullen
waarschijnlijk aan het eind van dit jaar van start gaan.

De EU heeft, mede namens de Lidstaten, in het kader van de 4e Commissie
van de VN op 14 oktober jl. een verklaring afgegeven waarin steun wordt
uitgesproken voor de shuttle diplomacy benadering van Ross en alle
partijen werden opgeroepen om met Ross samen te werken bij het vinden van
een duurzame oplossing.

Vraag 3
Klopt het dat de Marokkaanse regering eerder dit jaar een Amerikaans
voorstel om een VN-vredesmacht te stationeren die ook op de
mensenrechtensituatie moest toezien, eenzijdig heeft afgewezen? Deelt u
het oordeel van Amnesty International dat hier sprake was van een “gemiste
kans”? 2)

Antwoord 3
In april van dit jaar werd het mandaat van de VN-vredesmissie voor de
Westelijke Sahara (MINURSO) in de VN-Veiligheidsraad besproken.
Voorafgaand daaraan werd onder meer van Amerikaanse zijde gepleit voor
opname van mensenrechten in het mandaat van MINURSO. Tot een formeel
voorstel van de VS in de Veiligheidsraad is het echter niet gekomen. De
Veiligheidsraad heeft vervolgens het MINURSO-mandaat verlengd met een jaar
zonder opname van mensenrechten in het mandaat. Deze discussie loopt al
een aantal jaren. Tot nu toe werd daarvoor echter geen internationale
consensus gevonden.

Vraag 4
Bent u bekend met het voor de Senaat geschreven rapport van het
Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken inzake de
mensenrechtensituatie in de Westelijke Sahara? Hoe beoordeelt u dit
rapport? Deelt u de analyse van de Marokkaanse regering dat het rapport
“vooringenomen, simplistisch en ongebalanceerd” is? 3)

Antwoord 4
Uit navraag blijkt dat het rapport waaraan wordt gerefereerd een
onofficieel en onvoltooid intern rapport is van het Amerikaanse Ministerie
van Buitenlandse Zaken over de mensenrechtensituatie in de Westelijke
Sahara. Het kabinet beschikt daar niet over en kan het daarom ook niet
beoordelen.

Vraag 5
Hoe verklaart u het verschil, zoals gesteld in uw brief inzake
nederzettingenproducten d.d. 8 oktober, tussen de relatief beperkte
internationale consensus over de internationaalrechtelijke status van de
Westelijke Sahara in vergelijking met die ten opzichte van de Palestijnse
gebieden? 4) Is het kabinet van mening dat de Westelijke Sahara bezet of
betwist gebied is?

Antwoord 5
Nederland en de EU beschouwen de Westelijke Sahara als niet-zichzelf
besturend gebied als bedoeld in het Handvest van de Verenigde Naties. De
soevereiniteit over de Westelijke Sahara wordt betwist door Marokko en de
Sahrawi’s, de oorspronkelijke bewoners van de Westelijke Sahara. Nederland
en de EU erkennen de claims van Marokko niet. Evenmin erkennen Nederland
en de EU de claims van Polisario en de door Polisario uitgeroepen
République Araba Sahraoui Démocratique.

Het verschil in vergelijking met de situatie in de Palestijnse gebieden
met name op het feit dat er de afgelopen jaren veel minder aandacht is
geweest voor de Westelijke Sahara, waardoor er minder consensus bestaat
ten aanzien van de beleidsmatige en juridische implicaties van de
internationaalrechtelijke status van de Westelijke Sahara als
niet-zichzelf besturend gebied.

Vraag 6
Deelt u de mening dat de mensenrechtensituatie in de Westelijke Sahara en
het vinden van een oplossing voor de politieke impasse een prominentere
plaats op de internationale agenda verdienen? Deelt u de mening dat het
bereiken van internationale consensus over de status van de Westelijke
Sahara wenselijk is?

Vraag 7
Hoe kan het kabinet, al dan niet in EU-verband, een constructieve bijdrage
leveren aan het vinden van een oplossing voor het conflict tussen de
Marokkaanse regering en het Polisario?

Antwoord 6 en 7
Het vinden van een oplossing voor het conflict rond de Westelijke Sahara
is een langdurige en complexe zaak omdat zowel Marokko als Polisario in
het onderhandelingstraject posities innemen die het vinden van een
compromis tot nu toe onmogelijk maken. De Speciaal VN-gezant Ross
begeleidt deze onderhandelingen en geldt als coördinator van de
inspanningen van de
internationale gemeenschap.

Nederland is van mening dat gezien de complexiteit en broosheid van het
proces de inzet van de internationale gemeenschap zoveel mogelijk via
VN-gezant Ross moet verlopen. Nederland vindt dat zowel het politieke
proces als de mensenrechtensituatie prominent op de internationale agenda
moeten blijven en vraagt aandacht voor dit onderwerp zowel in VN als EU
verband. Hierbij zij aangetekend dat het internationale krachtenveld rond
dit dossier zeer moeilijk is omdat over de internationale inzet in
aanvulling op de activiteiten van VN-gezant Ross tot nu toe geen
overeenstemming kan worden gevonden (zie bv de discussie rond uitbreiding
van het MINURSO-mandaat, zoals genoemd in antwoord 3).


1)http://english.alarabiya.net/en/News/middle-east/2013/10/15/Morocco-under-rights-fire-as-U-N-makes-new-W-Sahara-peace-bid-.html
2) http://www.amnesty.org/en/news/western-sahara-un-2013-04-23
3)
http://en.lemag.ma/El-Khalfi-report-by-US-department-of-state-on-human-rights-in-Sahara-biased-unbalanced_a5325.htm








Meer informatie over de West-Sahara maillijst