[Vredeslijst] IFOR Europa: 'oorlogsinvesteringen zinloos'

omslag op omslag.nl omslag op omslag.nl
Di Apr 17 17:10:36 CEST 2012


(17 april 2012 - Bericht van Kern en Vrede)

P E R S B E R I C H T

IFOR Europa: 'oorlogsinvesteringen zinloos'

Utrecht, 17 april 2012 - 
Aan de vooravond van Global Day of Action on Military 
Spending (17 april 2012), stelden de Europese 
IFOR-afdelingen een verklaring op. Hun conclusie luidt: 
'oorlogsinvesteringen zijn zinloos'.

Europese leden van de verschillende afdelingen van 
International Fellowship of Reconciliation (IFOR), waaronder 
Kerk en Vrede, hielden van 13 t/m 15 april 2012 hun 
jaarlijkse bijeenkomst in het 'Centro Ecumenica Agape' in 
Prali (Italië) - aan de vooravond van de Global Day of 
Action on Military Spending (17 april). 

In onze discussie over de zinloosheid van oorlog hebben we 
geconstateerd dat het, niet alleen voor pacifisten maar ook 
voor onderzoekers en voormalig militaire personeel zoals 
bijvoorbeeld de Veterans for Peace, in toenemende mate 
duidelijk wordt dat oorlog niet aan haar vermeende 
doelstellingen voldoet. De laatste militaire interventies in 
Afghanistan, Irak en Libië blijken complete mislukkingen te 
zijn vanuit het gezichtspunt van de verbetering van de 
stabiliteit, de reductie van terreurgevaar en de bevordering 
van veiligheid en betere levensomstandigheden voor de mensen 
in deze landen. 

De geweldloze revoluties in Tunesië en Egypte zijn erin 
geslaagd de zittende regeringen ten val te brengen en, hoewel 
de aanvankelijk verwachtingen nog niet geheel gerealiseerd 
zijn, leveren de hoop en inspiratie voor een voortgezet 
veranderingsproces. Onze invulling van geweldloosheid als 
kracht voor de conflicttransformatie omvat de noodzaak tot 
investeringen en trainingen om de gewenste veranderingen 
voort te zetten die tijdens de Arabische Lente op gang zijn 
gebracht. 

Wij geloven dat enkel vanwege de walgelijke hoeveelheid 
middelen die besteed worden aan de ontwikkeling van methoden 
en technieken om mensen en hun leefomgeving te vernietigen, 
de methoden en technieken om conflicten daadwerkelijk tot een 
oplossing te brengen en vrede op te bouwen van alle 
noodzakelijke middelen verstoken en ook bij het grote publiek 
onbekend blijven. 

Wij verzetten ons tegen de propaganda van het idee dat 
geweld alleen gestopt kan worden door met militaire middelen 
een repressieve regering ten val te brengen. We hebben keer 
op keer gezien dat de eventuele positieve resultaten beperkt 
zijn, tijdelijk en altijd dood en schade toebrengen aan mens 
en milieu. 

Wij betreuren in het bijzonder dat de pogingen van de 
Arabische Liga voor een waarnemersmissie voor Syrië of de 
resultaten van de harde onderhandelingen van de speciale 
VN-vertegenwoordiger Kofi Annan, openlijk in discrediet 
worden worden getrokken waardoor de indruk wordt gewekt dat 
er geen alternatief is voor militaire ingrijpen. 

Onze regeringen zouden tenminste de militaire uitgaven 
moeten reduceren en serieus moeten investeren in 
niet-militaire middelen om op een geweldloze wijze invulling 
te geven aan de Responsibility to Protect. Een belangrijk 
voorbeeld daarvan is de volledige ondersteuning en het geven 
van asiel voor gewetensbezwaarden en anderen die de militaire 
dienst ontvluchten in landen als Egypte en Syrië waar 
soldaten tegen hun landgenoten worden ingezet. Daarnaast 
zouden onze regeringen de militaire ondersteuning moeten 
stopzetten die thans aan het gewapend verzet of aan de 
legermachten wordt gegeven, zowel in de vorm van 
wapenleveranties als in die van trainers en adviseurs. De 
recente gebeurtenissen in Mali laten zien hoe snel deze 
wapens zonder enige controlemogelijkheid hun weg vinden in 
naastgelegen landen. 

Volgens de tamelijk breed geaccepteerde cijfers van het 
Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI), is 
in 2009 wereldwijd zo’n 1,5 biljoen dollar aan militaire 
middelen uitgegeven. Dit betekent een toename van 49% ten 
opzichte van het jaar 2000. De mondiale financiële crisis 
en economische recessie in 2009 hadden dus weinig effect 
op de militair uitgaven. Tweede-derde van het aantal landen 
waarvan de gegevens bekend waren hebben hun militaire 
uitgaven laten toenemen. 

Terwijl de militaire uitgaven elk jaar toenemen, blijven 
investeringen in conflicthantering, vredesopbouw en 
ontwikkelingssamenwerking ver achter liggen. 

Alternatieven voor militair ingrijpen vereisen investeringen 
en commitment. Artikel 26 van het Handvest van de Verenigde 
Naties gaat verder dan het regulieren van de wapenhandel en 
betreft ook de wapenvoorraden zelf. Het is gericht op een 
verandering van de militaire uitgaven, inhoudende dat 
veiligheid via andere middelen bewerkstelligd kan worden, 
zoals VN Veiligheidraadsresolutie 1325 over vrouwen, vrede 
en veiligheid. 

Volgens de eerdergenoemde SIPRI-gegevens, is het huidige 
niveau van de gezamenlijke militaire uitgaven gelijk aan 700 
keer de regulier jaarbegroting van de Verenigde Naties. 

In 1995 deed het Beijing Platform voor Actie de 
aanbeveling de excessieve militaire uitgaven te reduceren en 
al doende een verschuiving van middelen voor 
sociale-economische ontwikkeling mogelijk te maken, met name 
waar het de positie van vrouwen betreft. 

Op deze Global Day of Action on Military Spending willen we 
de wereld aan deze aanbeveling herinneren. 

De Europese afdelingen van de International Fellowship of 
Reconciliation, waaronder Kerk en Vrede.

-------

Noten voor de pers

Meer informatie bij Jan Schaake (Kerk en Vrede, 
030-2316666. 

Website Kerk en Vrede: http://www.kerkenvrede.nl 

Engelstalige tekst van de verklaring: 
http://www.ifor-mir.org/2012/04/declaration-of-prali-global-day-of-action-on-military-spending-17-april-2012/

(einde persbericht)

-- Bericht verzonden door 
Omslag Werkplaats voor Duurzame Ontwikkeling
voor Kern en Vrede




Meer informatie over de Vredeslijst maillijst